Wat is de betekenis van Protisten?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Protisten

mv., algemene naam waaronder men oerplanten (Protophyta) en oerdieren (Protozoa) verenigt.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Protisten

benaming voor oerplanten of -dieren.

2025-07-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

protisten

o. mv. laagst staande ééncellige levende wezens.

2025-07-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Protisten

Protisten noemde Haeckel een deel der eencellige dieren, welke een schakel tusschen het plantenen het dierenrijk zouden vormen. Protocanonische boeken der H. Schrift, → Canonisch.

2025-07-29
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Protisten

de laagste ééncellige organismen.

2025-07-29
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Protisten

(Haeckel), de laagste ééncellige plantaardige en dierlijke organismen.

2025-07-29
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Protísten

(Haeckel), de laagste ééncellige plantaardige en dierlijke organismen.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

protisten

v./m. (mv.), eencelligen.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

protisten

protisten - o. mv., organismen,die noch tot het plantennoch tot het dierenrijk worden gerekend ; laagstaande één-cellige wezens.

Gerelateerde zoekopdrachten