Wat is de betekenis van Prevot?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prevôt

(Fr.), m. (-s), (schermk.) rang op een of ander wapen, beneden meester.

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Prévôt

meesterrang op de degen (schermen)

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Prévôt

onderschermmeester ; titel van hoge ambtenaren

2025-07-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Prévôt

opperste, provoost; domproost; rechter; prévôt des marchands, president van de handel; eerste magistraat van Parijs.

2025-07-23
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

prévôt

(Fr.) m. getuigschrift v. meesterschap of bedrevenheid i. d. schermkunst heeft verworven; a. h. hoofd geplaatst persoon; ook proost en provoost.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

prevôt

m. prevôts (Fr. [Lat. praepositus]: iem., met een getuigschrift van meesterschap; meester op de degen of een ander wapen).

2025-07-23
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Prevot

titel v. hooge gerechtelijke ambtenaren i/h vroegere Frankrijk (Prevotaal gerecht: een buitengewoon crimineel gerechtshof, dat bepaalde misdaden in snelle vormen berechtte.)

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

prevôt

(pre'vo) m. (-s) [Fr. < Lat. praepositus] Schermk. rang op een of ander wapen, beneden meester.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

prevot

[Fr.], m. (-s), (schermkunst) rang op een of ander wapen, beneden meester.