Prevôt
(Fr.), m. (-s), (schermk.) rang op een of ander wapen, beneden meester.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
opperste, provoost; domproost; rechter; prévôt des marchands, president van de handel; eerste magistraat van Parijs.
Jacon Kramers Jz (1948)
(Fr.) m. getuigschrift v. meesterschap of bedrevenheid i. d. schermkunst heeft verworven; a. h. hoofd geplaatst persoon; ook proost en provoost.
M. J. Koenen's (1937)
m. prevôts (Fr. [Lat. praepositus]: iem., met een getuigschrift van meesterschap; meester op de degen of een ander wapen).
John Kooy (1933)
titel v. hooge gerechtelijke ambtenaren i/h vroegere Frankrijk (Prevotaal gerecht: een buitengewoon crimineel gerechtshof, dat bepaalde misdaden in snelle vormen berechtte.)
Jozef Verschueren (1930)
(pre'vo) m. (-s) [Fr. < Lat. praepositus] Schermk. rang op een of ander wapen, beneden meester.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: