Wat is de betekenis van prettig?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prettig

bn. bw. (-er, -st), 1. (Zuidn.) lief, bevallig, bekoorlijk : een prettig meiske; 2. pret, genoegen verschaffend of veroorzakend ; aangenaam, vermakelijk : een prettig voorval ; iets prettig vinden ; een prettig mens, die steeds opgeruimd is, met wie het omgaan prettig is ; een prettige dag, waarop men veel pret he...

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

prettig

prettig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pret-tig 1. wat een aangename sfeer heeft ♢ zij heeft een prettige kamer 1. een prettige dag verder! [afscheidsgroet] 2....

2025-07-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

prettig

Van pers. en zaken: lief, bevallig, bekoorlijk; soms bep.: grappig. Met zijn prettige, asblonde, Roemeense verloofde M. S. aan zijn zijde, schijnt de Zweed er eerder genoegen in te vinden de ganse hippie- en popwereld ... uit te dagen en tegelijkertijd wandelen te sturen, Gazet v. Antw. 4/7/1977. Opm.: In de standaardt. wel in de bet...

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

prettig

aangenaam, plesierig.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Prettig

adj. & adv., noflik, nochlik, nolk.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

prettig

bn., bw. (plezierig, aangenaam); een prettig uitstapje; prettig bezig zijn.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

prettig

('prettəch) bn. en bw. (-er, -st) aangenaam, -plezierig : een uitstapje; iets vinden.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

prettig

bn. en bw. (-er, -st), 1. pret, genoegen verschaffend of veroorzakend; aangenaam, vermakelijk: een voorval; iets prettig vinden; een prettig mens, die steeds opgeruimd is, met wie het omgaan prettig ( is; zich niet voelen, niet goed, onwel; 2. (van zaken) gemakkelijk in het gebruik: een prettige vulpen; deze stoeltjes zitten ergprettig-.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Prettig

Prettig - bn. bw. (-er, -st), aangenaam, pleizierig: een prettig voorval; iets prettig vinden; een prettig mensch, die steeds opgeruimd is, met wien het omgaan prettig is; — een prettige dag, wanneer men veel pret heeft; — een prettige brief, die aangenaam stemt. PRETTIGHEID, v.