Presenteren
(presenteerde, heeft gepresenteerd), (<Fr.), 1. voorstellen: de troepen presenteren, b.v. bij een parade of koninklijk bezoek; — inz. ter kennismaking voorstellen: mag ik je mijn aanstaande presenteren? 2. (wederk.) zich voordoen: hij presenteert zich goed, hij heeft een goed voorkomen; — wat zich tegenwoordig...