ww [Fr. présenter = aanbieden]
1 aanbieden ten gebruike (bijv.: een sigaar presenteren);
2 aanbieden ter betaling (een rekening); ook fig.;
3 ter kennismaking voorstellen; zich presenteren, zich voordoen;
4 het geweer presenteren, het geweer in een bep. positie vóórhouden als eerbewijs;
5 een voorstelling, programma, radio- of tv-uitzending aankondigen en evt. inleiden en begeleiden.