Wat is de betekenis van Praedātŏr?

2025-07-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Praedātŏr

ōris, m. plunderaar, rover, attrib. = roofzuchtig, plunderend. | overdr., doder, veller (van wild); winstgierig, hebzuchtig.

2025-07-23
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)