Wat is de betekenis van Post (4)?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Post (4)

Post (4) - m. (-en), onderdeel eener begrooting van ontvangsten en uitgaven; — te betalen of betaalde geldsom : een kwade post, die niet betaald wordt of waarop men verliest; — onderdeel van eene rekening: eene rekening van 10 posten; een post op de rekening open laten, nog niet betalen; een post van 1000 gulden; dat is nog een post va...

Gerelateerde zoekopdrachten