Wat is de betekenis van poseren?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Poseren

(poseerde, heeft geposeerd), (<Fr.), 1. voor een schilder, een fotograaf enz. een karakteristieke houding aannemen om zich te laten portretteren: hoe lang moet je poseren bij de fotograaf? 2. een gekunstelde houding aannemen; zich voor iem. van gewicht uitgeven: hij poseert gaarne; — de genoemde zedelijke of sociale houding aannemen : hij...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

poseren

poseren - regelmatig werkwoord uitspraak: po-se-ren 1. een bepaalde houding aannemen om gefotografeerd of geschilderd te worden ♢ we poseerden met het hele gezin voor de foto Regelmatig werkwoord: po-se-ren ik poseer...

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Poseren

[Fr. poser] 1 zitten om zijn portret te laten maken; 2 een gemaakte houding aannemen.

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Poseren

model staan; zich een air geven

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Poseren

model staan voor schilder of fotograaf; een air aannemen

2025-07-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Poseren

(1), een bepaalde stand of houding aannemen als model voor een schilderstuk, beeldhouwwerk of foto; (2) een gekunstelde houding aannemen.

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

poseren

zitten voor zijn portret bij een schilder of fotograaf; een gemaakte houding aannemen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

poseren

geposeerd (Fr. 1 zitten voor een schilder om zijn portret te laten maken; 2 een gekunstelde houding aannemen [om zich interessant te maken); zich een air geven); 1. voor een portret poseren; 2. een jongeling, die zich toelei op het poseren, (s = z).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

poseren

(po'ze:rǝn) (poseerde, heeft geposeerd) [Fr. poser] I. Bedr. 1. Eig. plaatsen, stellen: toen zij geposeerd waren voor het tableau-vivant. 2. Metf. Veroud. een plaats verschaffen In de maatschappij. → geposeerd. II. Wederk. zich stellen, gaan staan, gaan zitten: zich -. III. Onz. 1. Eig. zitten voor een schilder enz. om zijn beelten...