Pont
v. (-en), 1. breed platboomd vaartuig, dienend om voertuigen, paarden enz. over een rivier, vaart of haven te voeren; in ’t bijz. zulk een klein vaartuig dat langs een ketting overgehaald wordt: zich met een pontje laten overzetten; 2. (veroud.) kiellichter, vlotschuit, ponton.