pompertje 2
kleine brandkast In deze betekenis in 1937 voor het eerst aangetroffen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Men sprak van het scheuren (‘openbreken’) van een pompertje. • Nu moest en zou eindelijk de groote tiejeis [brandkast] een beurt krijgen en pompertjes, minachtelijk, telden niet meer mee. ¶ Is. Que...