Ploeteraar
m. (-s), iem. die ploetert; hard werker.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand die ploetert. iemand die ploetert. Voorbeelden: Ook voor de ploeteraar is er een uitweg. Karakter is een roman van de wilskracht, een ouderwets exempel. Flaubert toont het zwakke en ontleedt het slechte in onszelf. De Standaard, 1996 Het echte probleem is dat, zoals overal in dit systeem, de arbeiders, de ploeteraars,...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: