platstoter
(1938) (Barg.) oplichter, iemand die mooie verhaaltjes vertelt; soort chanteur. Zie ook: platstoten*. • Enige dagen daarna hielden twee verhuiswagens voor den Oosterbeeksen rijkaard stil en werd de „unieke" verzameling naar boven gebracht. Het was een partijtje rommel, dat de „platstoters" voor duizend gulden hadden gekocht. (Zaans...