pinkelen (werkw.)
(pinkelde, heeft gepinkeld), (gew.) pinkogen; flikkeren, flonkeren: de sterren pinkelen aan de hemel; (gew.) tintelen: zijn vingers pinkelen van de kou.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(pinkelde, heeft gepinkeld), (gew.) pinkogen; flikkeren, flonkeren: de sterren pinkelen aan de hemel; (gew.) tintelen: zijn vingers pinkelen van de kou.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: