pitten (werkw.)
(pitte, heeft gepit), van de pitten ontdoen; aardappelen pitten, de uitlopers eruit snijden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(pitte, heeft gepit), van de pitten ontdoen; aardappelen pitten, de uitlopers eruit snijden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: