Wat is de betekenis van pink, (vinger)?

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pink, (vinger)

m. (—en), vijfde, kleinste vinger van de hand: een ring aan de pink, dragen; (zegsw.) daar zou ik mijn pink, wel voor willen missen, dat zou ik buitengewoon graag hebben; bij de pinken zijn, iets snel kunnen begrijpen; gedeelte van een handschoen dat de pink bekleedt.