Wat is de betekenis van Pijnen (2)?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pijnen (2)

Pijnen (2) - Pijnen (ZICH), (pijnde zich, heeft zich gepijnd), (w. g.) zich bevlijtigen, beijveren, zijne krachten inspannen, zijn best doen.