Wat is de betekenis van piëtist?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Piëtist

m. (-en), aanhanger van het piëtisme; (soms min.) overdreven vrome.

2025-07-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

piëtist

aanhanger van piëtisme. iemand die een aanhanger is van het piëtisme. Voorbeelden: De piëtisten wensten en streefden naar een bijbelse hervorming van de maatschappij en de cultuur waarvan zij onderdeel uitmaakten. Ook leefde het besef van de noodzaak van zending onder de heidenen. Wat het Pietisme betrof, was de winstg...

2025-07-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Piëtist

aanhanger van het piëtisme.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Piëtist

aanhanger van het piëtisme.

2025-07-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pietist

piëtist [1670]; fig kwezelaar.

2025-07-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

piëtist

m. aanhanger v. h. piëtisme; pilaarbijter, kwezel.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

piëtist

m. piëtisten (aanhanger van het piëtisme; ongunstig: pilaarbijter, femelaar).

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

piëtist

('tist) m. (-en) aanhanger van het piëtisme.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Piëtist

Piëtist, - aanhanger van het Piëtisme, vrome, tegenover wereldling of wereldsch (Christen).