Wat is de betekenis van Piet (pietje)?

2025-07-22
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Piet (pietje)

mannelijk lid, in die bet. vermeld door o.a. De Bo, Teirlinck en Molema; in onderstaande uitdr. en in de grote piet uithangen. 1. even met-je praten,gaan urineren. Mannelijk eufemisme. 2. - in het hok spelen,Bargoens voor ‘copuleren’. Piet in ’t hok is ook Bargoens voor ‘brandewijn met suiker en nootmuskaat’. 3. - in de wei laten,copuleren. Slang.