Piet
I. 1. mansnaam, uit Petrus; — (in zegsw.) hij is altijd Pietje de Voorste, overal het eerst bij, (ook) bij alles voorbarig in zijn oordeel; — een Pietje Ongeduld-, iem. die in de hoogste mate ongeduldig is; — Piet Snot, iem. die niets te betekenen heeft; hij ziet er uit als Piet Snot, heel onnozel of...