Wat is de betekenis van Pekbroek of pikbroek?

2025-07-27
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Pekbroek of pikbroek

z.n.m. - Zoo noemt men een matroos, die op het dek blijft zitten, zoo dat het Pek aan zijn Broek kleeft, alzoo een luiaart. In het tuig zijnde, wordt men wel met teer, maar nooit met Pek besmet.