Paviljoen
(<Fr.), o. (-s), 1. (hist.) tent; inz. grote, geriefelijke en van een kap voorziene legertent voor voorname personen; 2. (veroud., gew.) baldakijn: vier mannen droegen het paviljoen in de processie; 3. (op vaartuigen) tentvormige verhoging op het achterdek ; fraai versierde kajuit aan de achtersteven; eerste kajuit op een stoomboot; 4. afzonde...