Wat is de betekenis van Păvĭdus?

2025-07-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Păvĭdus

1. van angst bevend, sidderend, angstig, schuchter, c. gen., offensionum, wegens, Tac., ad omnes suspiciones, Tac., p. ex somno, angstig opschrikkend uit enz., Liv.; neutr. adv., pavidum blandita, Ov. 2. poët. overdr., beangstigend.

2025-07-28
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten