Wat is de betekenis van paus (opperhoofd)?

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

paus (opperhoofd)

(pous) m. (-en; -je) [Ofr. < Lat. papa, vader] I. Eig. zichtbaar opperhoofd van de Katolieke Kerk; -zijn; -Gregorius de Grote; wij kunnen niet allen van Rome zijn, één moet de eerste wezen. ➝ Rome. II. Metf. 1. eerzuchtig protestants predikant die over anderen poogt te heersen : die hovaardige begint al een hele te worden. 2. per...