Wat is de betekenis van Pătrīus?

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Pătrīus

vaderlijk, van zijn vader of van zijn ouders (voorouders) geĕrfd. | subst., pătrĭa, ae, f. vaderland, geboorteplaats, p. maior, moederstad, Curt.; daarvan een nieuw adiectivum, pătrĭus, vaderlands, mos, Cic., ritus, Cic., sermo, Cic.

2025-07-27
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten