Wat is de betekenis van Patjakker?

m. (-s), liederlijke vent, gemene kerel, smeerlap, deugniet, fielt.

(1896) (Barg.) (vaak in verbinding met vuile) schelm, booswicht, onbetrouwbare, slechte vent die op een handige manier zijn weg weet te vinden. Verbastering van het Javaanse 'badjag' (zeerover). Zie ook nog De Vooys (Taalkundige opstellen, deel III: scheldnamen, spotnamen en vleinamen, p. 272). De Nederlandse variant van de patjakker is de patjepee...

Patjakker - scheldwoord voor een gemene vent, smeerlap, fielt. Verbaste­ ring vanJavaans badjag zeerover.

(vaak in verbinding met vuile) schelm, booswicht, onbetrouwbare, slechte vent die op een handige manier zijn weg weet te vinden. Sedert ca. 1896. Verbastering van het Javaanse badjag (zeerover). De Nederlandse variant van de patjakker is de patjepeeër. Ineens verschijnt er iets, dat het midden houdt tusschen een heer en een patjakker. (Het Vo...

patjakker [gemene kerel]. Verhollandsing van Maleis badjak (Javaans badjag): zeerover.

Welk woord ligt ten grondslag aan patjakker ('gemene kerel')? a het Maleise bajak (‘zeerover’) b het Jiddische patjah (‘hond’) c het Russische potjavka (‘oplichter’).

[mogelijk een verbastering van Javaans en Mal. badjag = zeerover] liederlijke vent, gemene kerel, smeerlap, schurk, slampamper; ook: deugniet.

(badjakker) smeerlap

(Barg.) zie: padjakker