Pascha
(Gr.-Lat.<Hebr.), o., 1. (bij de Joden) feest ter herinnering aan de verlossing uit Egypte; 2. paaslam dat op het genoemde feest gegeten wordt.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Gr.-Lat.<Hebr.), o., 1. (bij de Joden) feest ter herinnering aan de verlossing uit Egypte; 2. paaslam dat op het genoemde feest gegeten wordt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
Pascha - Joods feest ter herdenking van de eerste en belangrijkste gebeurtenis in de joodse geschiedenis: de bevrijding van de Hebreeërs uit de Egyptische slavernij en het voorbijgaan van God aan de huizen van de Israëlieten tijdens de tiende plaag in Egypte (toen de eerstgeboren kinderen van de Egyptenaren werden gedood). Pascha begint o...
Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)
Pascha, een van de drie joodse hoofdfeesten. I. Oude Testament De griekse naam πασχα komt van het arameese pasha (hebreeuws pesah). De oorspronkelijke betekenis van pesah wordt betwist. Het woord wordt door velen afgeleid van pasah (’hinken’, ’springen’) en zou oorspronkelijk ’cultusdans’ betekend hebben; in Ex...
Winkler Prins (1949)
Aramees woord, waarmee zowel het Paasfeest* alsook het paaslam en de paasmaaltijd worden aangeduid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: