Wat is de betekenis van Parmant?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Parmant

bn. bw. (-er, -st), deftig en fier, trots : een parmant kereltje; daar zaten twee haasjes parmant.

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Parmant

ook: parmantig [v. Fr. parement = tooi, van Lat. parare = aan de dag brengen, toebereiden, optooien] bn & bw zelfbewust; fier; flink, met durf.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

parmant

brutale persoon.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

parmant

bn. en bw. (-er, -st), parmantig.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Parmant

of meer gebruikelijk: parmantig, (van spaansch paramento, opschik) mooi uitgedost, zwierig gekleed; voorts deftig, trotsch.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Parmant

Parmant bn. (-er, -st), parmantig; — (Z. A.) brutaal, vrijpostig; (ook zn.) brutaal mensch, zonder respect voor zijn meerderen.

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

parmant

parmant - bn. (parmanter, parmantst), prat, fiksch

2025-07-28
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)