Pariteit
(<Fr.), v. (-en), 1. (recht.) gelijkheid, gelijkgerechtigdheid; 2. (hand.) gelijkheid van koers op verschillende plaatsen, de overeenkomstige prijs in een andere maatstaf uitgedrukt: de introductie zal plaats hebben tot ongeveer de pariteit van de koers te Londen; 3. gelijkheid van reëele en nominale waarde van geldwaarden.