Paring
v. (-en), 1. in paren bijeenbrengen: de paring van kousen; 2. gemeenschap, samenkomen van de twee geslachten, welke de bevruchting voorafgaat : een stier van een jaar is reeds voor de paring geschikt; — (dierk.) eenvoudige paring, vermenging van een mannelijk en een vrouwelijk dier; vjederkerige paring, waarbij twee hermaphrodieten elkander...