paradox' (paradoks)
[→Gr. doxa, mening], I. zn. m.(en), 1. uitspraak die niet overeenstemt met de gangbare mening; schijnbare tegenstrijdigheid: een toekomst voor het verleden, motto Monumentenjaar 1975; 2. (logica) antinomie; twee contradictoir tegengestelde beweringen, die beide door een ogenschijnlijk correcte redenering uit dezelfde premissen kunnen worden a...