Overwinteren
(overwinterde, heeft overwinterd), 1. gedurende de winter ergens blijven; — (zeew.) in winterlaag liggen; 2. (van planten en dieren) de winter over in leven blijven : overwinterend koren.
Van Dale Uitgevers (1950)
(overwinterde, heeft overwinterd), 1. gedurende de winter ergens blijven; — (zeew.) in winterlaag liggen; 2. (van planten en dieren) de winter over in leven blijven : overwinterend koren.
Muiswerk Educatief (2017)
overwinteren - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-win-te-ren 1. er de winter doorbrengen ♢ veel oudere mensen overwinteren in Spanje Regelmatig werkwoord: o-ver-win-te-ren ik overwinter ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Veerman (1954)
Gedurende de winter overblijven. Men zegt dit zowel van de vogels, die winter en zomer in dezelfde luchtstreek verblijven (standvogels) als van de wintergasten. Ook: gedurende de winter in leven blijven; het o. van een bijenvolk, vlinders, winterkoren etc. Gedurende de winter in leven houden: men overwintert niet geheel winterharde planten in een k...
M. J. Koenen's (1937)
overwin'terde, h. overwin'terd (gedurende de winter ergens blijven [inz. in koude streken]): de Hollanders moesten op N.-Zembla overwinteren, 1596-’97, de winter doorbrengen; overwintering v. -en: de overwintering op Nova-Zembla.
Jozef Verschueren (1930)
(ovər’wintərən) (overwinterde, heeft overwinterd) de winter doorbrengen : de Nederlander Barendsz overwinterde 1596-1597 met zijn reisgezellen op Nova-Zembla.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(overwinterde, heeft overwinterd), 1. gedurende de winter ergens blijven, m.n. van trekvogels; 2. (van planten en dieren) de winter over in leven blijven. dierfysiologie. Overwintering komt voor bij dieren waarbij de milieu-omstandigheden in de winter te ongunstig zijn om het normale actieve levenspatroon te blijven volgen. Meestal is er sprak va...
J.H. van Dale (1898)
Overwinteren - (overwinterde, heeft overwinterd), den winter doorbrengen, gedurende den winter ergens blijven; (zeew.) in winterlaag liggen. OVERWINTERING, v. het overwinteren: de overwintering der Hollanders op NovaZembla.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: