Wat is de betekenis van overwinteren?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overwinteren

(overwinterde, heeft overwinterd), 1. gedurende de winter ergens blijven; — (zeew.) in winterlaag liggen; 2. (van planten en dieren) de winter over in leven blijven : overwinterend koren.

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overwinteren

overwinteren - regelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-win-te-ren 1. er de winter doorbrengen ♢ veel oudere mensen overwinteren in Spanje Regelmatig werkwoord: o-ver-win-te-ren ik overwinter ...

2025-07-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Overwinteren

Gedurende de winter overblijven. Men zegt dit zowel van de vogels, die winter en zomer in dezelfde luchtstreek verblijven (standvogels) als van de wintergasten. Ook: gedurende de winter in leven blijven; het o. van een bijenvolk, vlinders, winterkoren etc. Gedurende de winter in leven houden: men overwintert niet geheel winterharde planten in een k...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overwinteren

v., oer-, bi winterje.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overwinteren

overwin'terde, h. overwin'terd (gedurende de winter ergens blijven [inz. in koude streken]): de Hollanders moesten op N.-Zembla overwinteren, 1596-’97, de winter doorbrengen; overwintering v. -en: de overwintering op Nova-Zembla.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overwinteren

(ovər’wintərən) (overwinterde, heeft overwinterd) de winter doorbrengen : de Nederlander Barendsz overwinterde 1596-1597 met zijn reisgezellen op Nova-Zembla.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overwinteren

(overwinterde, heeft overwinterd), 1. gedurende de winter ergens blijven, m.n. van trekvogels; 2. (van planten en dieren) de winter over in leven blijven. dierfysiologie. Overwintering komt voor bij dieren waarbij de milieu-omstandigheden in de winter te ongunstig zijn om het normale actieve levenspatroon te blijven volgen. Meestal is er sprak va...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overwinteren

Overwinteren - (overwinterde, heeft overwinterd), den winter doorbrengen, gedurende den winter ergens blijven; (zeew.) in winterlaag liggen. OVERWINTERING, v. het overwinteren: de overwintering der Hollanders op NovaZembla.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Overwinteren

o.w. - In winterlaag liggen. Wy hebben in die haven overwinterd.