Wat is de betekenis van Overmatig (2)?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overmatig (2)

Overmatig (2) - Overmatig bn. al te matig, te zuinig: hij leeft overmatig, nooit zal hij van iets te veel nemen, lekkernijen gebruikt hij nooit.

Gerelateerde zoekopdrachten