Wat is de betekenis van Overkruis?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overkruis

bn. bw., kruiselings; inz. van zaken die in de vorm van een (schuin) kruis dwars over elkaar zijn of worden geplaatst: een paar gekruiste hengelrieten, een paar vishoeken overkruis (Beets); — dat paard is, galoppeert overkruis, wanneer de voorbenen in rechtse, de achterbenen in linkse galop gaan of omgekeerd.

2025-07-24
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Overkruis

Deze stand was voorheen de ruststand. De wieken stonden zo laag mogelijk en liepen daardoor de minste kans op blikseminslag. Tegenwoordig is deze ruststand niet meer nodig, vanwege het gebruik van een bliksemafleider. Ook overhek.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overkruis

bn. en bw., kruiselings.