Wat is de betekenis van overijlen, zich?

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overijlen, zich

overijl'de zich, h. zich overijld' (zich overhaasten); overijl u niet, a) loop niet te haastig, b) neem niet te ras een besluit; een overijld besluit; overijling v. (ijlende haast, te grote haast).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overijlen, zich

(‘ovərijlən) (overijlde zich, heeft zich overijld) zich overmatig haasten : het is nooit goed zich te bij het nemen van een besluit.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overijlen, zich

(overijlde zich, heeft zich overijld), te veel haast maken, te voorbarig handelen.