Overijlen
I. (ijlde over, is overgeijld), over iets heen ijlen: hij was de weide overgeijld; II. (overijlde zich, heeft zich overijld), te veel haast maken, te voorbarig handelen.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. (ijlde over, is overgeijld), over iets heen ijlen: hij was de weide overgeijld; II. (overijlde zich, heeft zich overijld), te veel haast maken, te voorbarig handelen.
J.H. van Dale (1898)
Overijlen (ijlde over, is overgeijld), oversnellen; — zich overijlen, (overijlde zich, heeft zich overijld), te veel haast maken, te voorbarig handelen. OVERIJLING, v. met overijling, met te grooten spoed.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: