Wat is de betekenis van ouwehoeren?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

ouwehoeren

1) (19e eeuw) (inf.) kletsen, zeuren. In de jaren 1946-1950 was dit werkwoord erg populair onder soldaten (in het voormalige Ned.-Indië) en deden verschillende eufemistische varianten de ronde (o.a. ouwehoededozen; ouweprostitueeën; ouwetakkebossen enz.). Volgens sommige etymologen is het woord afgeleid van het Javaanse werkwoord 'ngawu...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ouwehoeren

ouwehoeren - regelmatig werkwoord uitspraak: ou-we-hoe-ren 1. er op een vervelende manier telkens weer over praten of om vragen ♢ ach, ouwehoer toch niet zo! 2. breedvoerig kletsen ♢ we hebben d...

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ouwehoeren

(heeft geouwehoerd), vervelend kletsen, zemelen, zaniken.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)