Wat is de betekenis van Oude doos?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

oude doos

(19e eeuw) (inf. en pej.) oude vrouw. Vnl. Zuid-Nederlands. Stoett citeert (onder art. 2632, een ongemakkelijk (of een lastig) zeeschip) ‘het Idioticon van het Antwerpsch Dialect’ van P. Jozef Cornelissen en J. B. Vervliet uit 1900: ‘een oude doos’: een oud wijf. Zie ook doos*. • Op die wijze had zij de veertig, de akel...

2025-07-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Oude doos

(vnl. in Vlaanderen) oude vrouw. O.a. bij Cornelissen en Vervliet: een oude doos: een oud wijf. Zie ook doos.Voor eene oude doos als gij is dit alles gauw en goed gezegd. (Segers in Ned. Museum 1890, geciteerd in WNT) Ik wil gewoon niet met zo’n oud lijk van 56 rondlopen en ik moet er al helemaal niet aan denken het met zo’n oude doos...