Wat is de betekenis van opscheren?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opscheren

I. (schoor op, heeft opgeschoren), 1. scheren tegen de loop der haren in: zijn huid kan niet tegen het opscheren; 2. met een schaar opsnoeien : (tuin.) een haag opscheren. II. (schoor op, heeft opgeschoren), 1. met geschoren touwwerk (takels en katrollen) ophijsen; 2. optillen en op de rug wegdragen.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opscheren

opscheren - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-sche-ren 1. kort afscheren tegen de richting van de haren in ♢ hij heeft een kapsel dat bovenop lang is en aan de zijkanten opgeschoren Onregelmatig werkwoord: op-sche-ren ...

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opscheren

v., opskeare.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opscheren

Opscheren (schoor op, heeft opgeschoren), met eene schaar opsnoeien : (tuin.) eene haag opscheren; — beginnen te scheren; voortmaken met scheren.

Gerelateerde zoekopdrachten