opistoglyf
(G., opistho = achter; glyphein = snijden), met giftanden achter in de bek.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., gezegd van slangen, die achterin de bovenkaak een tweetal vergrote, gegroefde tanden hebben. Hoewel opistoglyfe slangen niet tot de gifslangen gerekend worden, bezitten zij wel degelijk gif. Dit is zwak gif, dat dient om hun normale prooi te doden. In een aantal gevallen veroorzaakt de beet van een dergelijke slang een lichte zwelling; meestal...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: