Wat is de betekenis van openstoten?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Openstoten

(stiet open, heeft opengestoten), met een stoot openen: een luik openstoten.

2025-07-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

openstoten

(stootte open, heeft opengestoten), 1. openduwen. Wanneer ik op een middag op het afgesproken uur het tuinhek openstoot na buiten de hibiscushaag gefloten te hebben, verschijnt hij niet als gewoonlijk in het onderhuis (de Rooy 1979: 19). 2. van bomen en andere plantengroei ontdoen met behulp van tree-dozers of andere rijdende machines (gezegd van...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Openstoten

v., iepen-, opstjitte, -hoarte.

Gerelateerde zoekopdrachten