Wat is de betekenis van Openspreiden?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Openspreiden

(spreidde open, heeft opengespreid), 1. wat dicht is ontsluiten door een buitenwaartse beweging, uiteenbreiden: de armen, de vleugels openspreiden; 2. wat opgevouwen is naar alle richtingen openleggen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Openspreiden

Openspreiden (spreidde open, heeft opengespreid), uitspreiden, vaneen doen gaan, openen; wat opgevouwen is, naar alle richtingen openleggen.

Gerelateerde zoekopdrachten