Werkwoorden vervoegen
openspreiden
Tegenwoordige tijd openspreiden
Ik spreid open
Jij spreidt open
spreid jij open?
U spreidt open
Hij/Zij/Het spreidt open
Wij spreiden open
Jullie spreiden open
Zij spreiden open
Verleden tijd van openspreiden
Ik spreidde open
Jij/U spreidde open
Hij/Zij/Het spreidde open
Wij spreidden open
Jullie spreidden open
Zij spreidden open
Voltooid deelwoord van openspreiden
opengespreid
Tegenwoordig deelwoord van openspreiden
openspreidend