Opeenvolging
v., 1. het opeenvolgen; 2. lange reeks, aaneenschakeling: het was een opeenvolging van feesten.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het opeenvolgen; 2. lange reeks, aaneenschakeling: het was een opeenvolging van feesten.
Muiswerk Educatief (2017)
opeenvolging - zelfstandig naamwoord uitspraak: op-een-vol-ging 1. rij van dingen die op elkaar volgen ♢ het was een opeenvolging van feesten in die tijd 2. de manier waarop ze op elkaar volgen ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
v. 1. Eig. het opeenvolgen. 2. Metn. reeks, aaneenschakeling: een van rampen, feesten.
Dr. L. Brouwers (1928)
Adjectief: opeenvolgend, successief, consecutief, subsecutief, navolgend, naastkomend, naastvolgend, samenhangend, geschaard, gerist, achterstaand, laagvormig, anderdaags, beurtelings, serieel. hoeveelste, zoveelste, eerste, primus, premier, tweede, ander, secundus, derde, vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste, negende, tiende, elfde, twa...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: