Wat is de betekenis van Op de pof?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

op de pof

(18e eeuw) (inf.) op krediet. Syn.: op de kles*; op de klabats*; op de lat*; op de reutel*. • Marietje was geen kleyntje in haar schik met dat konterfytsel, en vertoonde het aan Jan Steen, die het hooglyk prees wegens de gelykenis, maar te zelver tyd zey, dat 'er iets aan ontbrak, en zyn beminde had zo dra niet gevraagt; En wat ontbreekt 'er a...

2025-07-28
Spreekwoordenboek

Ed van Eeden (2017)

Op de pof

Vera heeft haar stereo op de pof gekocht: Vera heeft haar stereo op afbetaling aangeschaft.