Wat is de betekenis van ooftbouw?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ooftbouw

m., het kweken van ooft, inz. als middel van bestaan.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ooftbouw

m. (de teelt v. vruchtbomen).

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ooftbouw

m. bouw, het kweken van ooft als bedrijf.

2025-07-22
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Ooftbouw

Werkwoord: vruchten veredelen, appelen zogen, vruchten plukken, trekken (Zn.), uitplukken, appels (peren) van de boom afschudden, muiken (Zn.), vruchten op de boom verkopen, op het hout verkopen. druiven (bessen) afristen, aftrossen, afkrenten, krenten, druivenlezen, wijnlezen, persen, stuiken, wijnroeien, wijnoogsten, druiventrappen, drui...

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ooftbouw

m., de teelt van ooft.