Onverholen
bn. bw., 1. niet verborgen: een min of meer onverholen gemeenheid; 2. uit het hart komende, rondborstig: onverholen goedkeuring; uw onverholen, mannelijke taal; onverholen zijn afkeuring te kennen geven; — bw., ronduit: iets onverholen te kennen geven.