Onophoudend
bn. bw., (Zuidn.) onophoudelijk.
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
onophoudelijk Bruno keek bijna onophoudend naar zijn papa op het bidprentje. De massa die oorverdovend applaudisseerde, durfde hij amper aan te kijken. (Het Laatste Nieuws) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 4
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(bn. en bw.) onophoudelijk, voortdurend, onafgebroken. Maar de verschillen zijn frappanter. Gebrselassie is een lust voor het oog, zelfs in volle inspanning, Radcliffe knikt, sleurt en schudt onophoudend met het hoofd en draagt kousen, witte of, o gruwel, zwarte, die tot aan haar knieën reiken, alsof ze straks nog bij een voetbalwedstrijd moet...
Walter De Clerck (1981)
Onophoudelijk, aanhoudend, onafgebroken, voortdurend, gedurig. De automatisatie die zich opdringt wegens de onophoudende aangroei der verrichtingen, zal over twee jaar gespreid worden, Taalb. 1967, III, 85. Hij praat onophoudend en luistert nooit, Keurig Ndl. 1973, 248.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: