Wat is de betekenis van Onnuttig?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onnuttig

bn., 1. (w. g.) niet nuttig. 2. (gew.) vuil, slordig.

2025-07-23
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Onnuttig

Adjectief: onnuttig, onnut, ongeschikt, ongepast, ondoelmatig, ondoeltreffend, inefficiënt, onwerkzaam, onvoegzaam, kwaad, averechts, vruchteloos, ijdel, ijdellijk, verloren, infructueus, ineffectief (ineffektief), infavorabel, improfitabel, onbruikbaar, ontoepasselijk, onpraktisch (onpractisch), onbekwaam, ongeriefelijk, onhandelbaar,...

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onnuttig

bn. (w. g.) niet nuttig; — (gew.) vuil, slordig. ONNUTTIGHEID, v.

Gerelateerde zoekopdrachten