Onbegrensd—grenzenloos
Grenzenloos wordt als sterker beschouwd dan onbegrensd. Men gebruikt in overdrachtelijken zin grenzenloos bij voor¬keur in een ongunstigen, onbegrensd in een gunstigen zin. Men spreekt van onbegrensden eerbied, onbegrensde hoogachting, genegenheid, liefde, een onbegrensd vertrouwen; maar van grenzenlooze verachting, haat, nijd, on-dankbaarheid;...