Wat is de betekenis van omwikkelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omwikkelen

I. (wikkelde om, heeft omgewikkeld), om het lijf wikkelen: zij wikkelde zich een grote sjaal om; II. (omwikkelde, heeft omwikkeld), 1. rondom inwikkelen: een pak met papieren omwikkelen; 2. (fig.; (w. g.) bewimpelen, verbergen en daardoor onkenbaar maken; 3. (onoverg.) omsluiten, aan alle kanten omgeven: welke duistere samenzwe...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

omwikkelen

omwikkelen - regelmatig werkwoord uitspraak: om-wik-ke-len 1. om zich heen wikkelen ♢ Odelia omwikkelde zich met de grote badhanddoek Regelmatig werkwoord: om-wik-ke-len ik omwikkel jij/...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Omwikkelen

v., omwuolje, biwuolje, bifommelje, bifizelje, bifiselje, bitrolje.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omwikkelen

1. wikkelde om, h. omgewikkeld (om het lichaam wikkelen): ik heb haar een sjaal omgewikkeld; 2. omwikkelde, h. omwikkeld (inwikkelen, geheel omgeven met): een kindje met een deken omwikkelen; fig. een duistere samenzwering omwikkelde den vorst; refl. zich met een mantel omwikkelen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omwikkelen

I. ('om) (wikkelde om, heeft omgewikkeld) om het lijf wikkelen: zij wikkelde zich een boa om. II. (‘wikkələn) (omwikkelde, heeft omwikkeld) 1. rondom inwikkelen: een pak met papier -; zich met een mantel -; waarom heb je je vinger omwikkeld? 2. aan alle kanten omgeven: welke duistere samenzwering omwikkelt ons toch?

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

omwikkelen

(wikkelde om, heeft omgewikkeld), om het lijf wikkelen: zij wikkelde zich een grote sjaal om.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omwikkelen

Omwikkelen (wikkelde om, heeft omgewikkeld), om het lijf wikkelen: zij wikkelde zich eene groote sjaal om; — (omwikkelde, heeft omwikkeld), rondom inwikkelen: nadat hij het pak met eene menigte papieren omwikkeld had; — (fig.) bewimpelen, verbergen en daardoor onkenbaar maken; (ook) omsluiten, in zijn macht hebben: welke duistere samen...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)